jantje vroeg aan zijn vader toen hij aan het buitenspelen was : papa, waarom hebben sommige mensen van die sproeten op hun gezicht ? papa antwoord : dat komt omdat die mensen te lang onder een parasol hebben gelegen met gaatjes erin.

twee slakken staan aan de kant van de weg. dan zegt de ene slak : ik ga oversteken, doei. dan zegt de andere slak : nee, niet doen ! de bus komt al over een week !

jantje zat in de klas, ze deden aardrijkskunde. jantje vroeg aan de meester of hij naar de wc mocht, maar de meester zei nee. ze gingen verder. toen vroeg de meester aan jantje : jantje, wat is de grootste rivier in nederlang ? onder mijn stoel, antwoorde jantje.

er liggen twee bananen in een wieg. dan zegt de ene banaan tegen de andere : ik zit zo krap, gaa eens recht liggen

waarom ligt een konijn door de weeks savonds sneller in bed dan een krokodil ? omdat een konijn sneller is met tanden poesten, door hun 2 tanden.

hoe maakt een skelet een deur open met slot ?    met zen sleutelbeen.  en welk dier is het sterkst van de wereld ? een slak, want die draagt zijn eigen huis.

jantje zat in de klas, en de juf vroeg : jantje, ken je nu al het alfabet ? waarop hij antwoord : nee, ik had geen tijd. dan moet je nu naar huis en ga je het alfabet leren, riep de jug boos. jantje kwam thuis, en zag zen moeder aan de telefoon. jantje vroeg : wat is het 1e letter van het alfabet ? nee, dacht het niet ouwe taaie antwoorde de moeder die het had over de gene met wie ze aan de lijn is, ze gaf geen antwoord op jantje zen vraag. toen ging jantje naar zijn vader die hard aan het timmeren is op het dak, en vroeg : pap, wat is 2e letter van het alfabet ? ik heb even geen tijd voor jou gezeur, zei vader. toen ging jantje naar zijn zus, die aan het bellen was met der vriendin. jantje vroeg : wat is de 3e letter van het alfabet ? ik begin er niet aan ! zei ze tegen haar vriendin. toen ging jantje naar zijn broer die aan het game was : wat is de 4e letter van het alfabet ? ole, ole ole ole ! ( hij heeft gescoord met de voetbalgame ) toen jantje ze kende, ging hij weer naar school. toen jantje aan zijn tafeltje ging zitten, vroeg de juf : heb je het alfabet nu geleerd ? nee, dacht het niet ouwe taaie. pardon zei de juf. ik heb even geen tijd voor jou gezeur, zei jantje. wat krijgen we nou,  ga maar even op de gang staan ! ja dag, ik begin er niet aan ! jij mag een week na blijven, zei de juf boos. ole, ole ole ole 

het is groen en het rijdt op een paard ?     een spruiter

wat is het verschil tussen een ooievaar en een vlieg ?    en ooievaar kan vliegen maar een vlieg kan niet ooievaren.